Deontologie van toepassing op verkoop parafarmacie door apotheker - Arr. Hof van Cassatie 16/12/2016

18 apr. 2017
  • Home
  • Nieuws
  • Deontologie van toepassing op verkoop parafarmacie door apotheker - Arr. Hof van Cassatie 16/12/2016

Het Hof van Cassatie oordeelde recent dat de deontologische regels die specifiek zijn aan het vrij beroep (van apotheker) van toepassing zijn op alle activiteiten van de apotheker, ook diegene die niet kenmerkend zijn voor zijn beroep (zie het arrest van het Hof van Cassatie van 16 december 2016).

Dit arrest kwam er nadat een apotheker een beslissing van de Raad van Beroep van de Orde der Apothekers die hem tot 1 maand schorsing had veroordeeld, had aangevochten.

Volgens die apotheker die naast een fysieke apotheek ook een onlineapotheek had, diende er een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds, de verkoop van geneesmiddelen, onderworpen aan de deontologische Code en anderzijds, de verkoop van schoonheids- en verzorgingsproducten, die geen intellectueel kenmerkende prestaties veronderstelt en bijgevolg niet onderworpen zou zijn aan de deontologische Code maar onder het toepassingsgebied zou vallen van het Wetboek Economisch Recht.

Zowel de Provinciale Raad, als de Raad van Beroep van de Orde der Apothekers waren het hiermee niet eens. Het feit dat de apotheker voor de verkoop van producten die geen intellectueel kenmerkende prestaties veronderstelt, onderworpen is aan de algemene bepalingen van het Wetboek van economisch recht die van toepassing zijn op elke ondernemer, heeft volgens hen niet tot gevolg dat hij niet meer aan de deontologische regels zou zijn onderworpen. Het feit dat een apotheker mag verkopen via het internet, kortingen mag toekennen en reclame mag voeren, neemt niet weg dat het toegelaten is (en dus niet in strijd is met regels inzake mededinging) desbetreffend bepaalde beperkingen door te voeren die ingegeven zijn door de fundamentele regels van het beroep van apotheker, zoals de eer en de waardigheid van het beroep in het specifiek kader van de volksgezondheid. Precies daarom geldt de deontologie m.b.t. alle handelingen van de apotheker, dus ook voor degene die niet intellectueel kenmerkend zijn, en is er geen sprake van discriminatie t.a.v. handelaren-ondernemers.

Het Hof van Cassatie heeft de tuchtinstanties dus nu gelijk gegeven.

De apotheker moet in al zijn activiteiten steeds de deontologische code naleven, of hij nu geneesmiddelen aflevert of parafarmacie verkoopt en of hij dit nu in zijn apotheek doet dan wel online.