Stage in de apotheek

14 jun. 2013
  • Home
  • Stage in de apotheek

De apothekers die stagemeester wensen te worden, kunnen zich vele vragen stellen betreffende de door de student in hun officina uitgevoerde stage, en meer bepaald vragen betreffende de uitoefening van de artsenijbereidkunde. De inlichtingen die hierna volgen, laten hen toe het wettelijk kader binnen dewelke de student zijn stage uitvoert in de apotheek, beter te begrijpen.

Of hij nu student is in de farmacie, of in opleiding om farmaceutisch-technisch assistent te worden, de student stelt gewoonlijk in het kader van zijn stage een aantal handelingen binnen de apotheek. Op dat moment stelt hij handelingen buiten de universiteit of het instituut onder de supervisie en verantwoordelijkheid van een stagemeester.

Wat is de precieze situatie van de student ten aanzien van de reglementering betreffende de uitoefening van het beroep?

Het Koninklijk besluit n°78 van 10/11/1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen voorziet dat alleen de gediplomeerde apotheker, die ingeschreven is op de lijst van de Orde der apothekers, handelingen mag stellen betreffende de artsenijbereidkunde. Het besluit bepaalt overigens de mogelijkheid voor de apotheker om bepaalde handelingen te delegeren aan technische assistenten. Elke andere persoon, die gewoonlijk handelingen, die behoren tot de artsenijbereidkunde, stelt zonder aan de voorwaarden te voldoen om die te kunnen stellen, maakt zich schuldig aan onwettige uitoefening van de artsenijbereidkunde.

De reglementering betreffende de gezondheidszorgberoepen heeft echter een bijzondere bepaling voorzien voor de student die hem en zijn stagemeester behoedt voor de risico’s van strafvervolging wegens onwettige uitoefening van het beroep.

Het Koninklijk besluit (hoofdstuk betreffende de straf- en tuchtbepalingen, artikel 39) preciseert de strafsancties waarvoor de persoon, die gewoonlijk handelingen stelt die de apotheker kan delegeren aan de farmaceutisch-technische assistent zonder aan de voorwaarden te voldoen om de artsenijbereidkunde uit te oefenen of zonder drager te zijn van de titel van farmaceutisch-technisch assistent, in aanmerking komt. Deze sancties zijn echter niet van toepassing op de farmaciestudent of op de persoon die een opleiding volgt tot farmaceutisch-technisch assistent voorzover deze handelingen gesteld worden in het kader van hun opleiding.

Hieruit volgt dat de farmaciestudent die in het kader van zijn praktische stage een handeling stelt, die is opgenomen in de lijst van handelingen die kunnen worden gedelegeerd aan de farmaceutisch-technische assistent, geen strafsanctie oploopt.

Ter herinnering, hierna de handelingen die de apotheker kan delegeren aan de assistent:

  • Het ontvangen en registreren van geneeskundige voorschriften onder gelijk welke vorm;
  • Het afleveren van geneesmiddelen overeenkomstig de wetten en geldende regels;
  • Het inlichten van de patiënten betreffende het adekwaat en veilig gebruik van de geneesmiddelen ;
  • Het registreren en identificeren van de grondstoffen ;
  • Het uitvoeren van magistrale bereidingen ;
  • Het voorlichten van stagiairs « farmaceutisch-technisch assistent » met betrekking tot het werk in de apotheek.

Het was voor de duidelijkheid wenselijk geweest de bepaling betreffende de farmaciestudent te plaatsen op het niveau van het artikel betreffende de onwettige uitoefening van de artsenijbereidkunde. Gelet op de handelingen die worden toevertrouwd aan de farmaciestudent lijkt de bepaling van het artikel 39 KB n°78 echter te volstaan om de student te beschermen in het kader van zijn stage.

Het is belangrijk eraan te herinneren dat de stagiair in geen geval alleen mag zijn in de officina. Zo’n situatie zou strijdig zijn met artikel 5 van het Koninklijk besluit van 21/01/2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers dat de aanwezigheid in de apotheek oplegt van minstens één apotheker tijdens de openingsuren van de apotheek, alsook tijdens de wachtdienst.